H Franciscus van Assisi en 27e zondag dhjC

Preek in de viering op 4 en 5 oktober 2025 in H Joannes de Doper Hoofddorp
H Franciscus van Assisi en 27e zondag dhjC
(Hab 1,2-3;2,2-4; 2 Tim 1,6-8,13-14; Lc 17,5-10)

In het begin van de Bijbel – in de eerste twee hoofdstukken – is alles: goed! Elke keer als God weer iets nieuws heeft gemaakt ziet Hij dat het goed is. Op de zesde dag zelfs: zéér goed!
En dan – in het derde hoofdstuk – begint de mens rond te gaan over die goede aarde. Al snel loopt er iets mis. De drang om te consumeren doet de mens de das om. Eva verleidt Adam om te eten van het laaghangende, verboden fruit.
Er is veel goeds in de wereld, laten we dat niet vergeten. Maar het valt niet te ontkennen dat er veel ruimte voor verbetering is. Twist en tweedracht wordt aangewakkerd door verbitterde en verblinde sprekers. Sommigen gaan per definitie de confrontatie aan. De confrontatie met woorden die eerder vernederen dan verbinden. Laatst nog trokken groepen naar Den Haag, het lijkt wel puur en alleen om met bruut geweld tekeer te gaan tegen de rechtsstaat.
Dit – en nog zo veel meer – is niet-goed. Als onze God dan zo blíj was met Zijn wereld, waarom is Hij er dan niet zuiniger op? Waarom grijpt God niet ín om alles opnieuw goed te maken? Vaak vragen we God om iets te doen, maar weten niet of Hij ons bidden hoort.
De eerste lezing vandaag is uit de profeet Habakuk. Ook Habakuk roept vertwijfelt naar de Heer zijn God: “Hoelang moet ik nog roepen, waarom luistert U niet? Waarom laat U mij onrecht lijden? Waarom is er zoveel geweld en verdrukking en waarom moeten we lijden onder tweedracht?” Zo was het kennelijk in de tijd van Habakuk, omstreeks zeshonderd jaar voor Christus.
Franciscus werd geboren in 1182 als zoon van zeer rijke lakenkoopman in Assisi. In zijn jeugd heeft Franciscus uitbundig kunnen genieten van het goede leven, hij ging graag naar feesten en partijen. Hij had een grote drang om te consumeren. Ook in die tijd was vrede ver te zoeken. Er was oorlog tussen Assisi en Peruga, een stad hemelsbreed 30 km verderop. Franciscus ging het slagveld op, hij trok als ridder enthousiast ten strijde. Dus ook tóen was er veel niet goed in de wereld. En God leek maar niet in te grijpen.
Léék, want na een krijgsgevangenschap en een periode van ziekte, komt Franciscus tot inzicht. Op een dag zit hij tegenover het Kruisbeeld in het kerkje van San Damiano.
En: God grijpt in. Franciscus hoort een stem die hem oproept om het Huis van God te herstellen.
Franciscus besluit ter plekke om aan die oproep gehoor te geven. Hij laat zijn oude leven als uitbundig feestvarken en van oorlogszuchtig ridder, achter zich. Hij kiest voor een bestaan in eenvoud, betrokkenheid, kwetsbaarheid en vrede. Ontelbare mensen zijn het voorbeeld van Franciscus na gaan volgen, tot op de dag van vandaag.
Stel: God grijpt in in úw leven. Stel ú wordt nú opgeroepen om net zo’n radicale keuze te maken als Franciscus! Wat zou ú dan doen? De meesten van ons zullen twijfelen denk ik.
Ik kan me die twijfel wel voorstellen. Om zoiets te doen moet je een groot geloof hebben. En Franciscus was vast iemand met zo’n groot geloof! Wij schatten ons eigen geloof meestal niet zo groot in!
En: ook dát is herkenbaar. In het Evangelie vandaag horen we de apostelen tegen de Heer, tegen Jezus, zeggen: “Geef ons meer geloof!” Zelfs de apostelen twijfelen of hun geloof groot genoeg is. Jezus antwoordt dat zelfs een geloof zo piepklein als een mosterdzaadje, het meest onvoorstelbare teweeg kan brengen. En verder dat de apostelen gewoon net zoals iedere knecht, en vol vertrouwen, moeten doen wat hen gevraagd wordt.
Of ons gebed verhoord wordt dat is een kwestie van groot geloof. Maar God luistert, hoewel anders dan wij hopen. God is niet onze knecht die we in gebed opdrachten geven.
God verhoort regelmatig: door óns op te roepen om namens Hem het goede te doen. Om – als zomaar een knecht, zelfs met een klein geloof – de grote dingen te doen die het ingrijpen van God laten zien.
Met een klein geloof vragen we ons af: “Hoe en wanneer kan ík die oproep van God horen? ”Misschien is dat wel in de noodkreet van een naaste… We vragen ons af: “Kan ík – als eenvoudig mens – écht iets doen aan al die ellende op de wereld?” Ik denk dat dat écht kan. Bijvoorbeeld door te leven als een Franciscaan: zo eenvoudig mogelijk. Door niet méér te consumeren dan nodig is. En weg te geven wat ongebruikt blijft. Door onze betrokkenheid met mens en mede-schepselen te laten zien. Want liefdevolle zorgzaamheid is het allermooiste dat God aan zijn goede wereld heeft gegeven.
Ook wíj worden opgeroepen om – vanuit eenvoud en betrokkenheid – te bouwen aan een wereld waarvan God ooit zei dat die zeer goed is! Amen.

diaken Han Hartog, september 2025