NEGENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR (Jaar B)

NEGENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR (Jaar B)

Eerste lezing: Uit de profeet Jesaja, 53, 10-11
Tweede lezing: Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Hebreeën, 4, 14-16
Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus, 10, 35-45

Hoe kijken we naar het gebruik van macht in onze wereld? Wij zijn gewend aan onze regering. Wij hebben gehoord over dictaturen in Afrika of andere landen. Wat zijn de patronen voor het uitoefenen van macht in deze tijd?
Laten we dan eens kijken naar de wereld van Jezus. Koning Herodes had het leger bevolen alle mannelijke kinderen in zijn gebied te doden, om van de kleine Jezus af te komen. Hij had zijn vrouw het hoofd van Johannes de Doper aangeboden als bonus voor de dans van zijn dochter. De Joden lieten toe, een vrouw te stenigen als ze schuldig was bevonden aan overspel. Armoede en lichamelijke handicaps werden als een vloek van God beschouwd. Als we het Nieuwe Testament lezen, vinden we nog veel meer voorbeelden van onrechtvaardige en uitbuitende praktijken.

In de eerste lezing die we hoorden, overgenomen uit het boek Jesaja hoofdstuk 53, vertelt de profeet over zijn eigen lijden. Hoe hij werd vervolgd en mishandeld door zijn landgenoten en koning Nebukadnezar, omdat hij tegen onrecht en ontrouw tot Jahwe had gepredikt.

We hoorden vandaag in het evangelie hoe twee leerlingen van Jezus de eerste plaats wilden hebben: de een de rechter- en de ander de linkerkant. Jezus zelf leefde in een context van geweld en machtsuitoefening. Hij weet wat het betekent om te lijden onder een machthebber. Daarom biedt hij een nieuwe manier van leven; een nieuwe manier van machtsuitoefening. Hij geeft zijn leerlingen advies: “U weet: zij die, als heersers van de heidense volkeren gelden, zij regeren over hen met ijzeren vuist. En u weet, dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn. Integendeel, als iemand groot wil zijn onder u, laat hem dan uw dienaar zijn”. Dán geeft hij hun zijn eigen voorbeeld: “de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en om zijn leven te geven, als losprijs voor velen.”

Er zijn drie belangrijke elementen in het woord van Jezus. Ten eerste, bewust zijn van wat gebeurt in onze wereld. Jezus nodigt ons, zijn leerlingen, uit om rond te kijken – hoe de machthebbers hun positie en de hulpeloosheid van hun medeburgers in hun eigen voordeel gebruiken. De twee leerlingen hadden hun vriendschap met Jezus willen gebruiken om voordeel te behalen. We zijn ons er zelf van bewust hoe machthebbers anderen uitbuiten, hoeveel onze wereld lijdt onder corruptie, onrecht enzovoort. Deze woorden van Jezus stellen ons in staat om ons heen te kijken en het te beseffen. Laten we onszelf de vraag stellen: Hoe gebruiken wij onze macht, rondom ons?

Ten tweede kwam Jezus om te dienen. “Dienen” komt van het Griekse woord dat we goed kennen, “diakonia”. In het Nieuwe Testament betekent “diakonia” : “aan tafel dienen”. Maar Jezus geeft een andere betekenis aan dit woord. Het gaat om het verlenen van diensten in oprechte liefde. Alles wat Jezus in zijn leven tot stand heeft gebracht, wordt “diakonia” genoemd. Diakonia, wij zeggen Diakonie, is voor hem een nieuwe manier van menselijk bestaan, een nieuwe manier van menselijk gedrag of een nieuwe manier om menselijke relaties aan te gaan. Jezus verduidelijkt de betekenis ervan verder, door voor zijn leerlingen te knielen terwijl hij hun voeten wassen.
Ten derde wil Jezus zijn leven geven als losprijs voor de menigte: een losprijs is een bedrag dat wordt betaald om een slaaf te bevrijden. Jezus wil met zijn leven, zijn persoon, de losprijs betalen, zodat de menigte vrijheid kan verkrijgen. De tweede lezing legt op een plechtige manier uit hoe Jezus zijn leven voor ons opofferde, zodat wij genade zouden verkrijgen. Kortom, voor Jezus is ware dienst zelfopoffering; het is een totale offergave van jezelf voor het welzijn van anderen.

In ieder van ons schuilt ergens een Jacobus of een Johannes die de eerste plaats willen innemen. Jezus nodigt ons uit om in onszelf te kijken, om aan onszelf die vraag te stellen. Hij nodigt ons uit om te mediteren over de ware betekenis van dienstbaarheid, gegeven door zijn eigen voorbeeld: het is een totale gave van jezelf voor het welzijn van anderen om anderen vrij en gelukkig te maken. Amen.