Vierde zondag van Pasen (Jaar B), Roepingenzondag/Zondag van de Goede Herder

april 26, 2021

Beste mensen,

“Wees niet bang, kom dichterbij. Ik ben de goede herder.” Een goede herder geeft zij leven voor de schapen. Zo zei onze goede herder van vandaag. Jezus Christus. Een heel bemoedigende en krachtige volle stem. Hij is de goede herder omdat Hij ons niet in de steek laat. Hij is onze herder omdat Hij ieder van ons goed kent en herkent met onze eigen naam, ons eigen gezicht. Hij is onze goede herder omdat Hij ons beschermt. En het is bijzonder dat Hij zijn leven voor ons geeft.
Er is een verschil tussen een leider en een herder. Een herder is op zich een leider maar een leider is niet altijd een herder. Je kent je leider maar ze kennen jou als natuurlijk of waarschijnlijk niet. Een herder geeft een voorbeeld. Een leider geeft je een opdracht.

In verband met de roepingszondag wil ik met u allen delen wat ik heb meegemaakt. Wat voor mij de roeping was. niet allemaal in detail maar in het kort. De uitdagende vraag is waarom ben je priester geworden, wat brengt je tot priesterschap. En waarom missionaris? Want je hebt geen eigen bezit, je moet je familie achterlaten.
In het jaar 2001 (ik was 16 jaar ) begon ik mijn opleiding op het klein seminarie in Timor eiland. In het derde jaar is mijn moeder overleden. Zij was eigenlijk mijn voorbeeld. Of een herder voor mij. Alles wat ze zei en deed voor mij was het beste. Niemand kon haar rol overnemen. Maar haar dood maakte mij wanhopig en veranderde mij. Ik wilde het klein seminarie verlaten en op zoek naar een openbare school.

Maar toen ik begon met de opleiding was mijn moeder ontzettend blij en zij zei, “Dit was je keuze, God wilde je begeleiden en je ging naar zijn stem luisteren,” Ik snapte er helemaal niets van. Maar met veel plezier ging ik gewoon naar het klein seminarie. Het duurde 4 jaar. Na vier jaar moest ik naar de volgende opleiding. Het was het Noviciaat, voor 2 jaar. Maar Ik was van plan om niet verder te gaan. “Ik was mijn moeder verloren en ik dacht dat daarmee ook mijn roeping beëindigd moest worden. God roept mij niet op deze manier. Het kon niet. Nadat mijn moeder 1 jaar overleden was, droomde ik over haar. Ze zei waarom ging je niet naar het noviciaat? Ga verder, wees niet bang, God roept jou. Ik zag mijn moeder zoals ze echt was. Maar het was een droom. Toen ik wakker werd was ik sprakeloos. Iedere keer voelde ik de stem in mijn diepste hart. Ik zou naar haar luisteren en het gewoon doen.

Ik heb totaal vierteen jaar priesteropleiding gehad en zeven keer probeerde ik om de opleiding te verlaten, maar iedere keer veranderde mijn instelling door de droom over mijn moeder. Mijn moeder komt altijd bij me in mijn dromen. Ik geloof dat een droom niet altijd een psychologische betekenis heeft maar het is wel een medium waarin God door iemand anders zichzelf openbaart. Dat komt zo vaak voor in de bijbel. Ik voel en ik geloof dat ik werd geroepen, bij mijn naam. Dat voel ik heel bijzonder en diep in mijn hart. Ik werd geroepen om een stap naar voren te doen. Ja, hier ben ik. Dat was het antwoord. Met hart en ziel.
Beste mensen, God roept ons omdat Hij ons goed kent. Omdat we zijn schapen zijn.

Ook in onze dagen worden we door God geroepen voor een bijzondere taak. We worden uitgenodigd dichterbij te komen en te luisteren naar wat Hij ons te zeggen heeft. Het verhaal van Mozes leert ons echter dat God degene is die roept en dat hij altijd blijft om je te ondersteunen en om kracht te geven om je opdracht te volbrengen of naar behoren uit te voeren.

Eigenlijk is dat het meest wezenlijke van een christelijke roeping: dat er Iemand is die je bij je naam roept. Iemand die je kent, die van je houdt en die graag wil dat je luistert. Dat lezen we ook in het evangelie van vandaag over de Goede Herder die Jezus is: De schapen luisteren naar zijn stem; hij roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten (Joh. 10,3). Hij heeft oog en oor voor zijn schapen en kent ze bij name. Hij houdt van hen en geeft hen een vrede die Hij alleen kan geven en die niemand uit hun hart kan wegroven. Daarom volgen ze Hem: Hij is hun herder, Hij is degene die hun leven richting en perspectief geeft. Dat is de roeping van iedere mens: om Jezus te volgen en meer en meer op Hem te gaan lijken.

Eerlijk gezegd is het vandaag de dag niet gemakkelijk die roepstem te horen. Het vraagt van ons openheid en luisterbereidheid. Want de stem van God is niet de enige stem die onze aandacht vraagt. Er zijn in ons hart ook nog andere stemmen die minstens even hard roepen: de stem van bezit en aanzien, de stem van amusement en plezier, de stem van het snelle succes. En de kans dat die stem harder klinkt dan die van God is levensgroot aanwezig. Toch blijft Hij roepen, hoe hard het lawaai er omheen ook is. Hij blijft roepen, ook al reageren we niet direct. Hij roept ons persoonlijk bij onze naam. Hij vraagt onze aandacht.

Zoals ook de profeten uit het Oude Testament het hebben uitgesproken: Jesaja en Jeremia en Samuel. Hier ben ik. Hier ben ik om uw wil te doen. We mogen mensen (weer) met Hem in contact brengen. Troosten en bemoedigen waar mensen verdriet hebben, maar ook delen in hun blijdschap en hoop. Niet uit eigen verdienste, maar in persona Christi. Elke dag opnieuw ben ik de Heer dankbaar dat Hij mij geroepen heeft om zijn instrument te zijn in deze wereld.

Onze Kerk heeft pastoraal werkers, diakens, priesters, catechisten en vrijwilligers nodig, dat mag duidelijk zijn. We hebben behoefte aan mensen die het Woord van God verkondigen, zoals Petrus deed in de eerste lezing. We hebben priesters nodig die ons door de sacramenten Gods liefde en barmhartigheid willen meegeven. We hebben vrijwilligers nodig die zorgen voor de gemeenschap van onze kerk. We moeten bidden zoals Jezus ons zegt : De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de Heer van de oogst om arbeiders om te oogsten.

Laten we daarom vandaag met klem bidden om roepingen. Dat er ook vele mensen betrokken zijn en in onze tijd die durven zeggen: Hier ben ik, Heer. Hier ben ik om uw wil te doen!

Eerste lezing: Uit de Handelingen der Apostelen, 4, 8-12.
Tweede lezing: Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes, 3, 1-2.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 10, 11-18.